Operatie

Een operatie om een vaatafwijking te verwijderen of te verkleinen wordt soms ingezet bij 

• veneuze malformaties
• arterioveneuze malformaties *
• lymfatische malformaties
• capillaire malformaties 
• infantiele hemangiomen

^{*Voor het operatief verwijderen van een arterioveneuze malformatie wordt vaak eerst een embolisatie verricht. Dit vermindert de kans op bloedingen tijdens de operatie.}

Een operatie kan een goede oplossing zijn bij kleinere, oppervlakkige, en goed-afgrensbare vasculaire malformaties. Als de afwijking niet geheel kan worden weggehaald, is er een grote kans dat de afwijking terugkomt. Dan wordt meestal niet voor een operatie gekozen.

Wanneer een vasculaire malformatie in een functioneel gebied ligt (zoals de handen) of vlakbij belangrijke organen of zenuwen, dan is het operatief verwijderen meestal geen optie. 

Operatie wordt overwogen wanneer:

• de afwijking veel klachten geeft (bijvoorbeeld bloedingen of veel pijn)
• er een deel van de malformatie overgebleven is na een andere behandeling en eerdere behandelingen onvoldoende hebben geholpen.

De chirurg zal proberen de malformatie helemaal weg te halen of het gedeelte dat klachten veroorzaakt te verwijderen.

Procedure

De (plastisch) chirurg of orthopeed snijdt de vasculaire malformatie weg en sluit daarna de huid. Bij het verwijderen van grote vasculaire malformaties kan een huidtransplantaat of spierlap nodig zijn om het weggesneden weefsel te vervangen. Dit gebeurt echter maar zeer zelden.

Narcose

De operatie wordt onder gehele narcose gedaan. Na de operatie is de plek pijnlijk. Hier krijgt u/uw kind pijnstillers voor.

Resultaten

Er is weinig wetenschappelijke onderzoek gedaan naar operaties bij vasculaire malformaties. Hierdoor is er onvoldoende goede informatie over de resultaten en de complicaties.

Soms kan de afwijking terugkomen na de operatie, dit komt vooral voor als de afwijking niet geheel kon worden weggehaald.