Antistolling

Trombose en longembolie voorkomen bij vasculaire malformaties

Trombose en longembolie zijn eigenlijk twee verschillende uitingen van hetzelfde probleem: een bloedstolsel in een ader, waardoor het bloedvat verstopt raakt. Trombose in de oppervlakkige aders geeft aderontsteking; een bloedstolsel in de dieper gelegen aders van een been of arm geeft zwelling, roodheid en pijn: een trombosebeen of -arm. Soms schiet zo'n stolsel los en komt het terecht in de bloedvaten van de longen, dan zijn de gevolgen ernstiger: patiënten ervaren klachten als benauwdheid. pijn op de borst tijdens het ademhalen, een verhoogde hartslag en hoesten, soms met bloed. In zeldzame gevallen kan iemand door deze aandoening - een longembolie - zelfs overlijden.

Bij trombose of longembolie bestaat de behandeling uit het toedienen van medicijnen die de stolsels langzaam oplossen, bloedverdunners. Na trombose of longembolie moeten patiënten deze bloedverdunners blijven gebruiken om herhaling te voorkomen.

Langzaam stromend bloed

Bij vasculaire malformaties waar aders bij betrokken zijn, zoals het Klippel-Trenaunay-syndroom (KTS) en veneuze malformaties, is de kans op de vorming van bloedstolsels verhoogd. Met name patiënten met KTS hebben daardoor een verhoogde kans op een aderontsteking en pijn, een trombosebeen of -arm en op longembolie. We zien dat de problemen vaak ontstaan op jongvolwassen  leeftijd, bij mensen tussen de 25 en 35 jaar.

Behalve de trage bloedflow zijn er mogelijk ook andere oorzaken voor de verhoogde kans op stolselvorming. Het zou kunnen dat de bloedstolling zelf anders is bij deze patiënten, of dat de vaatwand anders is. Dat is nog niet bekend.

Bloedonderzoek bij pijnklachten

Als mensen klachten hebben van een ledemaat, wordt indien mogelijk de behandeling gestart met therapeutische elastische kousen. Daarnaast wordt bij deze mensen vaak ook bloedonderzoek verricht naar stollingswaarden van D-dimeren en fibrinogeen. Bij mensen met een grote veneuze malformatie zijn de D-dimeren vaak verhoogd. Dat is overigens niet altijd  geassocieerd met pijnklachten. Maar áls patiënten pijnklachten hebben, dan is er een aanzienlijke kans dat bloedverdunning de klachten vermindert. Daar start men pas mee wanneer conservatieve behandeling met steunkousen onvoldoende effect heeft.

Antistollingsmedicijnen (bloedverdunners)

Wanneer patiënten met veneuze vaatmalformaties ondanks therapeutische elastische kousen toch veel pijnklachten hebben en de D-dimeren verhoogd zijn, schrijft de arts antistollingsmedicijnen (bloedverdunners) voor.  Fraxiparine, een medicijn dat patiënten of mantelzorgers zelf kunnen injecteren, werkt meestal goed. Het wordt ook aan kinderen voorgeschreven. 
Als het nodig is wordt u doorverwezen naar een vasculair geneeskundige of internist, die nog veel andere antistollingsmiddelen, ook in pil vorm, kan voorschrijven.  

Na enkele weken antistolling te hebben gebruikt, merkt een deel van de patiënten duidelijk verbetering. Helaas komen de klachten vaak weer terug zodra gestopt wordt met de antistolling. Dat moet u de antistolling blijven gebruiken. 
Als steunkousen of antistolling te weinig effect hebben op de klachten van een veneuze malformatie of KTS kan in overleg met de patiënt gekeken worden naar alternatieve opties, zoals embolisatie, chirurgie, het medicijn sirolimus of pijnbehandeling.

Langdurig gebruik anti-stolling

Na een trombose of longembolie zijn patiënten meestal levenslang aangewezen op antistolling. Dat heeft nadelen. Er is een verhoogd bloedingsrisico en vrouwen hebben een ernstigere menstruatie. U komt dan onder behandeling bij een internist.
Overigens kan antistolling soms ook juist helpen om bloedingen te voorkómen. Als de malformatie erg veel stollingsfactoren opgebruikt - het fibrinogeen is dan verlaagd - kun je op een andere plek in het lichaam een tekort krijgen. Daardoor stolt het bloed buiten de malformatie slechter. Het komt maar heel zelden voor, maar soms krijgt een patiënt daardoor bijvoorbeeld een bloeding als de tandarts een kies trekt. In zo'n geval kun je juist voor antistolling kiezen, hoe raar dat misschien ook klinkt. Het bloed wordt dan een beetje dunner, maar gecontroleerd. Als de malformatie door de bloedverdunners minder stollingsfactoren gebruikt,  blijven er meer stollingsfactoren over voor de rest van het lichaam.
Als patiënten met KTS of andere veneuze vaatmalformaties geopereerd moeten worden, is het belangrijk dat het ziekenhuis op de hoogte is van de stollingsstatus en het verhoogd risico op trombose. Soms is een normale dosering antistolling na een operatie niet toereikend, en moet voor een hogere dosis worden gekozen.

Zwangerschap

Zwangerschap is op zichzelf al een risicofactor voor trombose en longembolie. Over zwangerschap bij KTS is het meest bekend en daarover bestaan ook de meeste zorgen. De artsen adviseren, in overleg met de gynaecoloog, KTS-patiënten standaard om antistolling tijdens de zwangerschap en in de kraamtijd te gebruiken om trombose  en longembolie te voorkomen. De vrouwen met kinderwens worden vaak door de gynaecoloog onderzocht vóórdat ze zwanger worden, voor beeldvormend onderzoek van de bloedvaten.

Extra uitleg over de bloedstolling en kans op trombose

Als bloed in contact komt met lucht of andere oppervlakken dan de binnenkant van bloedvaten, dan stolt het: het gaat klonteren en wordt uiteindelijk hard. Dat is maar goed ook, want bij een verwonding moet het bloedverlies beperkt blijven. Als het gaat om een wond op de huid, resulteert de bloedstolling in een zichtbaar korstje.

Soms stolt bloed zonder dat dat gewenst is. Daarbij kunnen veel verschillende factoren meespelen. Bekend is dat langdurig  stilliggen of -zitten, zoals na een operatie of tijdens een lange vliegreis, de kans op trombose verhoogt. Dat komt doordat stilstaand of langzaam stromend bloed eerder gaat klonteren. Ook bij veneuze malformaties stroomt het bloed ter plaatse vaak traag.

Andere factoren die de kans op trombose verhogen zijn erfelijke aanleg voor verhoogde stolling, het gebruik van de anticonceptiepil, zwangerschap, roken en bijkomende ziekten zoals een chronische ontsteking of kanker.
 

 – tekst gebaseerd op interview met C vd Vleuten in HEVAS Magazine, bewerkt voor de website-

Bent u patiënt of mantelzorger en heeft u een vraag?

Heeft u na het lezen van deze tekst nog meer vragen? Kijk dan bij onze veelgestelde vragen.

Naar veelgestelde vragen
Weet u wat u moet doen in een spoedsituatie?
Wat te doen bij spoed