Medicijnen voor hemangiomen
Voor de meeste hemangiomen is geen behandeling nodig. In veel gevallen wordt het hemangioom uit zichzelf minder.
Sommige hemangiomen zijn echter riskant. Zoals hemangiomen in de luchtwegen, rond het oog, de neus of het oor. Ook grotere hemangiomen en hemangiomen waar wonden (zweren/ ulceratie) in ontstaan, kunnen riskant zijn. Vroege herkenning en/of behandeling van deze riskante hemangiomen is nodig om ernstige bijkomende problemen en/of permanente schade te voorkomen.
Mogelijk levens- of functiebedreigende hemangiomen |
---|
|
Hemangiomen met andere complicaties zoals een wond/zweer (ulceratie), littekenvorming of kans op afwijkend uiterlijk |
---|
|
Bij riskante hemangiomen is vroege behandeling aanbevolen, - zo mogelijk vóór de leeftijd van 4 maanden.
Óf en hoe een hemangioom behandeld moet worden, verschilt van geval tot geval. Het hangt af van de grootte van het hemangioom, de locatie, eventuele complicaties, de leeftijd van de patiënt, hoe snel de afwijking groeit of afneemt. Bij de keuze voor een behandeling gaat het altijd om een afweging tussen de voordelen en de mogelijke risico’s van behandelen. De beoordeling om wel of niet te behandelen wordt bij voorkeur gedaan door artsen met ervaring met hemangiomen van een erkend expertisecentrum, uiteraard in overleg met de ouders.
Orale bètablokkers
Sinds 2008 zijn bètablokkers (in de vorm van een drankje) eerste keus voor de behandeling van hemangiomen. De meest gebruikte bètablokker voor deze toepassing is propranolol. Bètablokkers zijn voor artsen bekende medicijnen (bloeddrukverlagers) die al heel lang worden gegeven aan patiënten met hartaandoeningen, waaronder ook baby’s/kinderen.
Bètablokkers remmen de groei van het hemangioom tijdens de groeifase en zorgen dat het hemangioom sneller kleiner wordt. Hierdoor is er minder kans op complicaties en zijn er mogelijk minder restafwijkingen.
Bijwerkingen
Bètablokkers kunnen de volgende bijwerkingen geven:
- een lagere bloedsuikerspiegel wanneer baby’s eten weigeren,
- overgevoelige luchtwegen (piepende ademhaling/ benauwdheid),
- lage bloeddruk,
- te veel kalium in het bloed,
- diarree,
- spugen,
- koude handen en voeten,
- onrustig slapen/ dromen.
Bètablokkers worden bij kinderen al lang gebruikt als medicatie bij hartaandoeningen, en bij die groep lijken er geen langetermijngevolgen op te treden. Bij kinderen met hemangiomen zijn de langetermijngevolgen nog onbekend. Tot nu toe laat wetenschappelijk onderzoek geen aanwijzingen zien voor gevolgen op de lange termijn. Zie ook de research pagina voor meer informatie.
Vóór de start van de behandeling met een bètablokker moet de patiënt worden onderzocht door een kinderarts vanwege de risico’s op bijwerkingen.
Sommige expertisecentra zullen een baby bij aanvang van de behandeling één of meer dagen opnemen in het ziekenhuis. Andere centra starten de behandeling poliklinisch. De dosis van de bètablokker wordt opgebouwd. Vaak duurt de behandeling voort tot de leeftijd van 9 tot 18 maanden. Bij te vroeg stoppen kan een hemangioom, dat al veel kleiner is geworden of bijna weg is, weer opnieuw gaan groeien. In sommige gevallen zal de medicatie herstart worden. Tijdens de behandeling vinden regelmatig controles plaats om te kijken naar het effect en mogelijke bijwerkingen.
Atenolol
In Nederland wordt naast propranolol ook atenolol, een andere bètablokker, gebruikt. Er is minder onderzoek gedaan naar atenolol dan naar propranolol, maar mogelijk geeft atenolol minder bijwerkingen.
Lokale bètablokkers
Bij kleine, oppervlakkige hemangiomen kan om cosmetische redenen gekozen worden voor plaatselijke (=topicale ofwel lokale) behandeling met bètablokkers óp het hemangioom. Hiervoor worden timolol- oogdruppels gebruikt. De ouders/verzorgers wordt geadviseerd tweemaal per dag één a twee druppels op het hemangioom aan te brengen.
Bij méér druppels of váker aanbrengen bestaat de kans dat timolol in het bloed wordt opgenomen. Bij zeer kleine (te vroeg geboren) kinderen kan de normale dosering timolol al snel te hoog zijn. Bij hen is het daarom beter om orale bètablokkers (in lage dosis) te geven als er een goede reden is voor behandeling. Wanneer de hemangiomen boven het niveau van de huid uitkomen werkt deze plaatselijke behandeling meestal niet goed genoeg.
Corticosteroïden
Als een hemangioom niet op bètablokkers reageert, zijn orale corticosteroïden een optie. In enkele gevallen kan ook gekozen worden voor het lokaal inspuiten van corticosteroïden ín het hemangioom, bijvoorbeeld bij hemangiomen bij het oog die niet op bètablokkers reageren. In de praktijk wordt zelden meer gekozen voor behandeling met corticosteroïden.
Behandeling van wonden/zweren
Soms kunnen spontane wonden (ulceraties) ontstaan. Een voorbode van een wond kan een grijs- of witverkleuring tijdens de groeifase van het hemangioom zijn, dus voor de leeftijd van 3-4 maanden.
De eerste zichtbare tekenen van een wond op een hemangioom zijn schilfering of lichtbruine tot zwarte korsten. Wonden in hemangiomen geven pijn en littekens; eigenlijk nauwelijks bloedingen. Een wond komt vaker voor bij grote hemangiomen, bij hemangiomen van de lippen en bij hemangiomen in plooitjes en in het luiergebied. Hemangiomen in plooitjes of in het luiergebied moeten van begin af aan behandeld worden met een beschermende, zinkoxide bevattend smeersel.
Het voorkómen van wonden lukt helaas niet altijd. Bij wonden in hemangiomen is behandeling gewenst. Deze bestaat uit: passende wondzorg, pijnstilling, eventueel antibiotica, eventueel behandeling met orale bètablokkers en soms wordt het hemangioom operatief verwijderd.